Maastunnel Rotterdam: 75 jaar

In de ochtend van 14 februari 1941, rond 11.00 uur, schuifelt een “Charlois belhameltje” schichtig het roltrappengebouw op de zuidoever van de Maas in. Hij ziet tot zijn verbazing bewegende roltrappen maar wat hem nog meer bevreemd is dat hij niet wordt weggestuurd. Hij roept zijn twee vriendjes en samen dalen ze af in de nieuwe Maastunnel. Drie armetierige Charloisse jongetjes, op kapotte schoenen en met gescheurde kleren, “openen” de Maastunnel.

Zo is te lezen in het boek “De Maastunnel”, geschreven door Technisch Ambtenaar 1e klas bij de Maastunnel, A.C. Vreugdenhil. Maar alles was beter dan dat de opening “door Duitse of N.S.B.-uniformen zou zijn geschied!”. Het boek, uitgegeven in 1950, beschrijft de “voorgeschiedenis en bouw, bezetting en verzet en exploitatie en verkeer”.

Willemsbrug

De Nieuwe Waterweg leidde na zijn voltooiing in 1872 tot de mogelijkheid voor grote stoomzeeschepen om de haven van Rotterdam te bereiken. Dit betekende een enorm groeipotentieel voor de tot die tijd compacte stad. Door de groei van activiteiten “op Zuid” werden in 1876 en 1878, naast de bestaande spoorbruggen, respectievelijk de Koninginne- en Willemsbrug aangelegd. Ze verbonden het oude centrum met een nieuw stadsdeel dat al snel werd bewoond door een derde van de bevolking van Rotterdam.
Hoewel de Willemsbrug in de loop der tijd werd verbreed en verhoogd kon hij al snel de enorme bedrijvigheid niet meer aan.

Dagverkeer op de Willemsbrug
Bovendien werden bij de telling van 1939 aangetroffen:

  • 10536 personen in autobussen
  • 13615 personen in auto’s
  • 28835 personen in trams
Verkeerssoort 1892 1921 1926 1929 1933 1937 1939
Hondenkarren 460
Handwagens 1311 3031 1375 931 467 317 292
Paardentractie 2476 4646 2426 1979 950 573 476
Carriers 1740
Trams 744 1214 2331 1385 1155 832
Vrachtauto’s 1979 3906 5717 6317 6881
Autobussen 961 432 457 772 940
Personenauto’s 118 989 2326 3883 4688 7110
Motorrijwielen 2791
Wielrijders 4828 16651 22450 46500 69847 77921
Voetgangers 29050 57976 38963 27266 ? ? 17203

Tunnel of brug

Al snel na de bouw van de Willemsbrug werd duidelijk dat er nog een oeververbinding moest komen. Maar een tunnel in Nederland? Zou die niet verzakken in onze drassige grond? Er waren voorbeelden genoeg in Europa. In 1897 werd de Blackwalltunnel in Londen geopend. Elf jaar later volgde de Rotherhithetunnel. In Duitsland opende in 1911 de Elbetunnel bij Hamburg en in de jaren twintig en dertig werden ook tunnels gebouwd in Noord-Amerika en zelfs Antwerpen was al bezig met een verkeers- en voetgangerstunnel.
In 1899 en 1913 adviseerde Gemeentewerken van Rotterdam negatief over een tunnel maar in 1929 kreeg een tunnel voor het eerst de kans. Een brug zou namelijk niet alleen problematisch zijn voor het scheepvaartverkeer door de aanwezigheid van landhoofden, pijlers en eventuele heftorens. Ook het landverkeer zou hinder ondervinden door te moeten wachten voor een openstaande brug.

Bijna 15 miljoen gulden

Midden jaren dertig werd de knoop doorgehakt. Een ontwerp voor een enorme hangbrug is nog door de rijksbouwmeester Dr Ir J. Emmen geopperd. Dat leek in eerste instantie een goedkoper alternatief dan de tunnel maar bij de aanbesteding lagen de kosten toch veel dichter bij een tunnel. Bovendien was men niet positief over de constructie van de enorme opritten om tot een juiste hoogte boven het water te komen. Het bedrijfsleven vreesde enorme benzinekosten omdat zwaarbeladen vrachtwagens dagelijks de 28,5 meter hoge schroefbaantorens op moesten racen. Ook werden de scherpe bochten op de helling voor het autoverkeer als nadelig gezien.
Op 25 maart 1937 werd eindelijk het voorstel voor een tunnel aangenomen. Iets minder dan 15 miljoen gulden zou die kosten, voor 8 miljoen gefinancieerd uit het Verkeersfonds, 6 miljoen geleend uit het Werkfonds en de rest uit eigen pot betaald.

Tegenslagen tijdens de bouw

Op 6 september 1938 overleed plotseling “de promotor en de stuwende kracht van de Maastunnelwerken, de zo geliefde burgervader, Mr P.J. Droogleever Fortuyn”. Met nog groter enthousiasme wordt de bouw voortgezet. Nog op 30 april 1940 wordt het derde tunnelstuk gelegd. Maar dan raakt ook het neutrale Nederland in oorlog. Op 14 mei verwoesten Duitse bommenwerpers het centrum van Rotterdam. De tunnel en werkplaats worden niet geraakt, maar het werk kan pas in juni worden opgepakt. De neerslachtigheid onder de arbeiders is groot. Doorwerken moeten ze wel. De Duitsers gaan er ondertussen met de eer vandoor en vertellen thuis dat zij het gehavende Rotterdam een tunnel schenken. Op 20 januari 1941 loopt Ir. van Bruggen als eerste van de “Rechter-” naar de “Linkeroever”. De directie organiseert een ingetogen feest in de tunnel. Aan lange tafels worden sigaren, wijn en gebak genuttigd. Twee Duitse officieren zijn “sportief genoeg om van dit hoogst ernstige voorval geen melding te maken”. Ze aarzelen even bij het zien van de tafels, maar wandelen dan lachend door.

Officieuze opening

De officiële opening staat gepland voor 14 februari 1942 om 12 uur ‘s middags. Op 30 januari rijden echter de eerste auto’s door de westelijke tunnelbuis. De gemeente heeft geen keus. Door de strenge winter is de Maas zo ver bevroren dat de veren uit de vaart moeten. Er is geen doorkomen aan. Op 7 februari mogen ook voetgangers en fietsers de tunnel voor het eerst door. Door de oostelijke autotunnel, dat wel. De roltrappen in het voetgangers- en fietstunnel zijn nog niet gereed.
Dan volgt het moment op 14 februari 1942. Wat een grootste nationaal festijn had moeten worden, werd in stilte uitgevoerd. De opening van de eerste verkeerstunnel van Nederland. Een bijzonder technisch kunstwerk.

De oorlog en daarna

Veel verkeer heeft de Maastunnel niet te verwerken gehad in de oorlogsjaren. Wel bestond het gevaar dat de tunnel opgeblazen zou worden als de Duitsers dat nodig achtten. Het was natuurlijk een strategisch belangrijke doorgang van het zuiden richting het hart van Nederland. Het tragische lot dat de Antwerpse tunnel ten deel viel werd in Rotterdam gelukkig geen waarheid. De tunnel verkeerde na de bevrijding in mei 1945 in prima staat.
Terwijl er in 1943 nog 461.399 motorvoertuigen de tunnel doorkruisten waren dat er in 1949 al 6.576.404! De tunnel bewees hier mee in de eerste jaren na de oorlog zijn enorme praktische nut. De oude Willemsbrug was voor een groot deel ontlast. In 1980 werd deze alsnog vervangen door de nieuwe Willemsbrug. Een directe verbinding vanaf de Leuvehaven naar Zuid, die in de jaren dertig nog te duur werd geacht, werd in 1996 bewerkstelligd door de bouw van de Erasmusbrug.
Tegenwoordig rijden er per jaar meer dan 21.000.000 auto’s door de Maastunnel. Een grondige opknapbeurt begint in juli 2017 en duurt tot medio 2019.

Bron: De Maastunnel, A.C. Vreugdenhil, 1950

 


Comments

2 responses to “Maastunnel Rotterdam: 75 jaar”

  1. Bernadette Avatar
    Bernadette

    Boeiend en interessant!

  2. Dank Bernadette! 🙂

Leave a Reply